HISTORIE

HISTORIE

Graaf Ansfried (†1010), uit de adelijke familie van de graven van Leuven, schonk in 990 zijn domein te Lommel – “villam suam de Loemele” – aan de kapittelkerk van Hilvarenbeek. Deze regel uit de schenkingsakte is de eerste geschreven vermelding van het bestaan van Lommel.

Een inwoner van Lommel noemt men Lommelaar. De naam Loemelaer stamt dus af van deze oudste vermelding die je terugvindt in het zegel van het logo van Loemelaer. Voorwaar iets om trots op te zijn.

De Nederlanden omstreeks het jaar 1000

De Nederlanden omstreeks het jaar 1000

Meer over het vroege Lommel
De kerk van Hilvarenbeek, in de loop van de 11e of 12e eeuw kapittelkerk geworden, verwierf reeds in 990 van Ansfried, graaf van Taxandrië en Hoei († 1010): ‘villam suam de Loemele cum omni integritate sua vel allodio et jurisdictione temporali hereditario jure possidendam’, m.a.w. ‘zijn vroonhof onder Lommel met al de eigen vrije grond en de wereldlijke rechtsmacht om het erfrechtelijk te bezitten’.
Of op de grond die bij Ansfrieds ‘villa’ of ‘vroomhof’ hoorde, in de 10de eeuw de landbouw intensief bedreven werd, is een open vraag. De bewoning in de Limburgse Kempen moet eerder dun geweest zijn in tegenstelling tot veel vruchtbaarder gebieden in Vlaanderen.
Ook de naam ‘Lommel’ kan ons niet meer zekerheid geven; zoals de meeste Kempense dorpsnamen is Lommel oorspronkelijk geen nederzettingsnaam, maar een natuurnaam. Vermits echter de kerk van Hilvarenbeek de tienden te Lommel bezat, moest er toch (in de vroege Middeleeuwen) op haar eigen vrij goed een agrarische aktiviteit van zekere betekenis geweest zijn. Een feit is zeker: de Norbertijnen van Averbode waren vanaf de stichting van de abdij (1134) nauw betrokken bij een meer efficiënte landbouwexploitatie, die we vanaf de 11de tot de 13de eeuw in West-Europa waarnemen. Naast de evangelische armoede ruimden de Norbertijnen een grote plaats in voor handenarbeid en zo vormden landbouw en grondbezit een noodzakelijke grondslag voor de nieuwe orde.
Uit: Toponymische kanttekeningen bij de twee abdijhoeven van Averbode te Lommel. Door Vic Mennen.

H. Ansfridus en zijn vrouw H. Hilsondis op ramen van de abdijkerk in Thorn

H. Ansfridus en zijn vrouw H. Hilsondis op ramen van de abdijkerk in Thorn

Meer over Ansfried
“Toen de gelukzalige Ansfried, graaf van Hoei, van wereldlijk graaf geestelijke was geworden (en later heilig werd verklaard) en zijn militaire waardigheid had neergelegd (onder de Gallische edelen was hij een beroemd krijgsman en werd later Bisschop van Utrecht) ging hij volgens zijn gewoonte door het dorp Beek (toen Beika, later Hildewaren beke) en zag, hoe daar de godsdienst bloeide in de kerk van Beek, die de eerbiedwaardige vrouwe Hildewaris uit haar eigen bezit had gebouwd en gesticht naar het voorbeeld van de H. Kerk te Rome. Hij schonk toen aan de kerk van Beek zijn dorp Lommel met alle daaraan verbonden rechten in erfelijk eigendom.”
Uit: Brabantia Mariana tripartite, AUGUSTINUS WICHMANS
Brabants Heem, tijdschrift JAARGANG II 1950.